Marcel Hastir, geschiedenis en werken

Leven en atelier

Marcel Hastir (22 maart 1906 – 2 juli 2011), een Belgische kunstschilder, heeft vanaf 1935 op het adres Handelsstraat 51 in Brussel gewoond. In dat jaar vestigde hij daar zijn atelier, dat van begin af aan ook altijd als concertzaal heeft gediend voor jonge musici. Hij heeft er zelf geschilderd en getekend, hij heeft er lesgegeven en hij heeft er schilderijen gerestaureerd.

Marcel HastirHij interesseerde zich voor alle vormen van kunst en voor filosofie en humanisme. Hij heeft van zijn atelier dan ook een belangrijk centrum van kunst en cultuur in Brussel gemaakt. Hij bood een podium aan jonge artiesten en nodigde humanisten en filosofen uit om voordrachten te komen geven. Vanaf 1946 deed hij dit samen met zijn vrouw Ginette van Rijckevorsel van Kessel.Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwamen verzetsmensen in het huis bijeen.

Omslaghoes van documentairefilm van Caroline Hack

Omslaghoes van documentairefilm van Caroline Hack

Het boeiende leven van Marcel Hastir wordt, in de context van de kunstvernieuwingen in zijn tijd, en van zijn vele ontmoetingen en reizen, verteld in de rijk geïllustreerde biografie “Une Vie”, en in een film van de jonge cineaste Caroline Hack – beide werken te koop in het Atelier.

Schilder én muziekliefhebber

Na zijn opleiding aan de ‘Académie Royale des Beaux-Arts de Bruxelles’ (Brusselse Academie voor Schone Kunsten) heeft Marcel Hastir zijn hele leven gewerkt als kunstschilder (portrettist vooral) en als tekenleraar in zijn atelier in de Handelsstraat.

Al heel snel heeft hij in zijn atelier jonge musici laten optreden, van Lola Bobesco tot Jacques Brel en Barbara. Concerten betroffen alle genres, van klassieke kamermuziek tot negro spirituals

Marcel Hastir vertelde “In de beginjaren van het Atelier werd mij gevraagd, behalve de muziekavonden bij mij, ook een recital Alfred Cortot te organiseren in kasteel Ravenstein (…). Dat was het begin van de organisatie van heel wat concerten in verschillende zalen in Brussel” (o.a. in het Conservatorium). Archieven daarvan worden bewaard in het Atelier. Ook is hij mede-oprichter van het Festival van Stavelot, dat tegenwoordig deel uitmaakt van het Festival van Wallonië. 

Marcel Hastir heeft twee prijzen ingesteld, die nog steeds worden uitgereikt door de “Académie Royale de Belgique”: een tweejaarlijkse prijs voor het portret (geschilderd of gebeeldhouwd) en een tweejaarlijkse prijs voor de compositie van een stuk voor strijkkwartet.

Verzetsman

In 1941 kreeg Marcel Hastir van de Duitse bezettingsmacht, met een smoes, toestemming om in zijn atelier teken- en schilderlessen te geven. Deze “schilderschool” fungeerde in werkelijkheid vooral als mogelijkheid om onder de gedwongen ‘Arbeitseinsatz’ uit te komen, en als betrekkelijk veilige ontmoetingsplaats voor jonge verzetsmensen.

Rebelles silencieux L'attaque du 20e convoi pour Auschwitz par Marion Schreiber

Stille Rebellen
De aanval op de 20ste deportatietrein naar Auschwitz
door Marion Schreiber

Onder hen waren de broers Alexandre en Youra Livchitz en Jean Franklemon, die verzetsdaden pleegden en die het stoutmoedige plan smeedden om een deportatietrein naar Auschwitz tot stoppen te dwingen. Youra Livchitz, Jean Franklemon en hun vriend Robert Maistriau voerden dit plan met succes uit in de nacht van 19 april 1943, te Boortmeerbeek. Het leven van tientallen mensen werd zo gered, waaronder dat van Regine Krochmal en van Simon Gronowski, die later de weg naar het Atelier vonden om hun verhaal te vertellen.

Over deze unieke verzetsactie is een boek geschreven door Marion Schreiber: «Stille Rebellen» en recenter een boek in het Nederlands «Het XXste transport naar Auschwitz» door Marc Michiels en Mark Van den Wijngaert. Beide boeken zijn in het Atelier te koop.

Marcel Hastir heeft tijdens de oorlog ook identiteitspapieren vervalst en zijn stencilmachines beschikbaar gesteld om antinazi-pamfletten en verzetskrantjes te drukken. Hoewel hij zich er nooit op liet voorstaan, werd zijn gedrag tijdens de oorlog later erkend en beloond. Zo heeft Marcel Hastir ter gelegenheid van zijn 100e verjaardag, op 22 maart 2006, van de Stad Brussel het ereburgerschap gekregen en heeft het Joods Lekencentrum in Brussel (CCLJ), uit erkentelijkheid voor de wijze waarop hij zich heeft ingezet tijdens de oorlog, hem op 24 april 2008 de eretitel «Mensch van het jaar» toegekend.

Belangstelling voor filosofie en humanisme

soartorg_01

De schilder Jean Delville, leermeester van Marcel Hastir en oprichter van de Belgische Theosofische Vereniging, wekte bij Marcel Hastir al vroeg interesse voor filosofie en voor de theosofie. Marcel werd lid van de Vereniging en kon als zodanig zijn atelier vestigen in het pand in de Handelsstraat. De Vereniging had dit namelijk aangekocht en er haar zetel gevestigd.

Marcel Hastir nam deel aan de ‘Sterkampen’ van de theosofische beweging in Ommen (Nederland) die voor de Tweede Wereldoorlog werden gehouden, met Jiddu Krishnamurti als spreker, een uit India afkomstige spirituele leraar. De laatste bijeenkomst van de theosofische beweging werd er gehouden in augustus 1939.

Marcel Hastir heeft vele bekende personen uitgenodigd te komen spreken in zijn atelier, zoals Lanza del Vasto, een leerling van Gandhi, Alexandra David-Néel (schrijfster van het boek Voyage d’une Parisienne à Lhassa), de Belgische Pater Pire die aan de basis stond van de organisatie Vredeseilanden. In de archieven van het Atelier is hierover materiaal te vinden.

Enkele jaren voor zijn dood heeft Marcel nog gesproken over het thema ‘geluk’; kunst is volgens hem ‘van het leven houden’.

Op 2 juli 2011 is hij in de vroege ochtend in zijn slaap overleden, in het huis in de Handelsstraat.

We nemen met het overlijden van Marcel Hastir afscheid van een man bij wie de deur open stond, die luisterde, die een groot hart had. Hopelijk zal zijn Atelier een plek blijven van creativiteit en actie, een gastvrije have van openbaar nut” — zo zei Laurette Onkelinx, destijds vicepremier van de federale regering, tijdens de uitvaartdienst in de Kathedraal van St-Michiel en St-Goedele.

Marcel Hastir is begraven op het kerkhof van Elsene. Hij is bijgezet in het graf van zijn vriend, de Duitse schrijver Carl Sternheim, die in 1942 gestorven is en die de laatste jaren van zijn leven veel door Marcel geholpen werd.
 

Leve de muziek, leve de liefde, leve het leven! motto van M. Hastir.

 

De werken van Marcel Hastir

Hierna volgt een diaporama van werken van Marcel Hastir door de jaren heen, waarbij zijn parcours als artiest gevolgd wordt. Hij heeft vooral portretten, naakten en landschappen geschilderd.

Naakten
Landschappen
Portretten


 

Marcel Hastir heeft onderwijs genoten van kunstenaars die in België bekend geworden zijn zoals Montald, Fabry, Delville voor teken- en schilderkunst, Crespin voor decoratie, Rousseau voor beeldhouwen en Vauthier (destijds restaurateur bij het Museum voor Oude Kunst) voor restauratie.

Hij heeft studiereizen naar het buitenland gemaakt in die tijd, met name naar Parijs en naar Italië. Hij heeft prijzen gekregen, zoals de prijs van de ‘sectie monumentale kunst’ van de Académie de Belgique.

Al is hij altijd figuratief blijven schilderen, toch is er wel invloed van symbolisten (C. Montald) te bemerken en ook invloed van P.Delvaux (Delvaux en Hastir maakten gebruik van dezelfde modellen).

Zijn werk is vrij klassiek; hij gebruikt voor zijn portretten en naakten verschillende technieken: zilverstift, potlood, pastel, gewassen tekening, notebolsterbeits, lijmtempera of olieverf. De vernieuwingen uit zijn tijd ontgaan hem niet, maar hij wordt er niet sterk door beïnvloed.

Er zijn werken van hem geëxposeerd in de jaren ’30 in België, met name in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel (naast werk van Magritte), verder in Antwerpen in 1950, in Luik in 1971 (Galerie Michel Huysmans), in Brugge in 1983 (Galerie Van Gogh). Er is een overzichtstentoonstelling van zijn werk geweest in het Hôtel Charlier en in de kapel van de Abdij van Stavelot, waarop zijn landschappen te zien waren en zijn folkloristische schilderingen, geïnspireerd door zijn reizen in Nederland, Portugal, Hongarije, en vooral veel portretten.
Hij zou in het totaal wel 3000 werken gemaakt hebben. Circa 300 schilderijen en evenveel tekeningen bevinden zich in het huis in de Handelsstraat. Er is werk van hem in musea, in particuliere collecties en er is wat van hem te vinden in de afdeling ‘oude drukken’ van de Koninklijke Bibliotheek in Brussel, en in de fototheek van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium.

Veel foto’s zijn gemaakt in het kader van een inventarisatie van kunstbezit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door het KIK/IRPA en de Directie Monumenten en Landschappen. ©KIK-IRPA, Brussel.